Komende tijd gaan we wat achtergrondartikelen delen over de stikstof crisis. Hoe is deze crisis ook alweer ontstaan? In dit artikel lees je meer over het Programma Aanpak Stikstof (PAS), de wijziging hierin en het opvolgende PAS-meldingen legalisatieprogramma. We nemen je mee door de ontwikkelingen rondom deze thema’s, zodat je de stikstof crisis beter begrijpt.
Context: Programma Aanpak Stikstof (PAS)
Het Programma Aanpak Stikstof, afgekort PAS, ging op 1 juli 2015 in en zorgde ervoor dat bepaalde activiteiten waarbij weinig stikstofneerslag ontstond, onder voorwaarden wel door konden gaan met een melding onder de Wet natuurbescherming (Wnb).
Het doel van het PAS was om de natuurdoelstellingen in de Natura 2000-gebieden te realiseren. Tegelijkertijd was het doel ook om toestemmingverlening voor activiteiten waardoor stikstofdepositie op deze gebieden neersloeg door te kunnen zetten, en om de lasten van de initiatiefnemers van die activiteiten te verlichten. En daardoor hadden initiatiefnemers, die niet meer dan 1 mol depositie per jaar veroorzaakten op stikstofgevoelige natuur, geen natuurvergunning voor stikstofdepositie nodig.
Initiatiefnemers die meer depositie dan deze 1 mol veroorzaakten, konden een vergunning krijgen met ontwikkelingsruimte uit het PAS. Voor de stikstofdepositie-ruimte die voor de vrijstelling en als ontwikkelingsruimte beschikbaar werd gesteld, was een passende beoordeling gemaakt waaruit bleek dat die depositie de natuur niet aantastte.
PAS niet in lijn met de Europese Habitatrichtlijn
Maar op 29 mei 2019 oordeelde de Raad van State dat het PAS niet in lijn was met de Europese Habitatrichtlijn, een richtlijn om de biodiversiteit in Europa te beschermen. Dit was het begin van de stikstof crisis; alle vergunningen die op basis van het PAS waren aangevraagd, werden door deze uitspraak direct afgewezen. Dit gold voor 18.000 projecten die stil kwamen te liggen, waaronder de uitbreiding van Lelystad Airport, de versterking van de Afsluitdijk en de bouw van talloze woningen.
En de vrijstelling van de vergunningplicht voor activiteiten die niet meer dan 1,00 mol per ha/per jaar veroorzaakten werd onverbindend verklaard. Als gevolg hiervan werden veel activiteiten die zonder natuurvergunning zijn gestart of uitgebreid alsnog vergunningplichtig. Dit werd vastgelegd in de Wet natuurbescherming. De projecten die eerder waren vrijgesteld gingen door deze uitspraak van een legale naar een illegale status. Het ging hier om bedrijven van zo'n 3600 ondernemers, voornamelijk boeren.
Het PAS-Meldingen legalisatieprogramma
Op 28 februari 2022 is daarom een legalisatieprogramma vastgesteld, met het doel deze projecten alsnog van een natuurvergunning te voorzien. Het legalisatieprogramma bevat maatregelen hoe stikstofruimte vrijgemaakt kon worden voor deze projecten. Tot 1 december 2022 konden projecten hiervoor worden aangemeld. Deze meldingen worden gecontroleerd door een bevoegd gezag (vaak de provincie) en deze beoordeelt of de melding in aanmerking komt voor een vergunning.
Ondernemers die een PAS-melding hebben gedaan kunnen tot en met 31 mei 2029 een schadevergoeding aanvragen via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Intern en extern salderen
In de wet Stikstofreductie en Natuurverbetering is vastgelegd dat de benodigde maatregelen voor de legalisering van de PAS-meldingen uiterlijk januari 2025 uitgevoerd moeten worden. Er zijn twee mogelijkheden uitkomsten van de beoordeling van de ingediende PAS-melding; intern salderen is mogelijk (en dan is er een vergunning of extra stikstofruimte nodig) of er het project moet overgegaan op extern salderen.
Bij intern salderen wordt de stikstofneerslag binnen het eigen project of bedrijf gecompenseerd. Door aanpassingen wordt dezelfde hoeveelheid stikstofruimte gebruikt en is er dus geen uitbreiding hiervan nodig. Hiervoor wordt de emissie van de bestaande activiteiten verlaagd, zodat er ruimte bij komt voor mogelijke nieuw veroorzaakte depositie.
Hoe? Door bijvoorbeeld met nieuwere machines te werken, waar minder emissies bij vrijkomen. Of in te zetten op maatregelen zoals emissiearme stalsystemen. De groep projecten waar intern salderen mogelijk is worden als eerste gelegaliseerd.
Bekijk hier een voorbeeldproject van intern salderen: https://www.stikstofberekenen.nl/kennisbank/voorbeeld-intern-salderen-via-aerius-calculator
Projecten waar intern salderen niet mogelijk is, moeten extern salderen. Dit betekent dat ze extern stikstofruimte moeten vinden. Deze stikstofruimte kan verkregen worden door stikstofruimte die vanuit het legalisatieprogramma beschikbaar komt door maatregelen die hiervoor getroffen worden zoals beëindigingsregelingen en aankoopregelingen voor veehouders die vrijwillig willen stoppen. Hiervoor zijn volgende bronmaatregelen beschikbaar: Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties, de Regeling Provinciale Aankoop Veehouderijen (voorheen MGO) en de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.
Maar het vrijkomen van de benodigde stikstofruimte voor deze PAS-meldingen gaat enige tijd duren, want niet alle stikstofruimte komt in één keer vrij. Vergunningen worden daarom gefaseerd verleend. Hoe lang dit duurt, is lastig in te schatten en hangt af van waar stikstofruimte vrij komt en van de karakteristieken van de melding (locatie en omvang).
Soms is het ook mogelijk dat er direct stikstofruimte wordt opgekocht, van een ander bedrijf dat (gedeeltelijk) haar activiteiten stopt. Deze stikstofemissies kunnen voor maximaal 70% worden gebruik; de overige 30% moeten vrij blijven om totale depositiestijging te voorkomen.
Komende tijd plaatsen we meer achtergrondartikelen over de stikstofcrisis, houd onze website hiervoor in de gaten.
Bronnen:
https://www.onslevendlandschap.nl/basis-herstellen/toestemmingverlening/pas-meldingen
https://nos.nl/collectie/13901-stikstofcrisis