Ongeveer 50 procent van alle stikstofdepositie die in Natura 2000 gebieden neerdaalt, is afkomstig van de landbouwsector. En meer specifiek; de melkveehouderij, waar veel ammoniak (NH3) vrij komt via mest & urine van de dieren. Daarom valt er veel milieu–winst te behalen als deze uitstoot omlaag gaat. En een manier waarop deze uitstoot omlaag gebracht kan worden, blijkt te liggen in de samenstelling van het (vee)voer dat dieren binnenkrijgen.
Gerard Migchels van Wageningen University & Research coördineert een onderzoek met 40 deelnemende melkveehouders. Hieruit is gebleken dat deze boeren in drie jaar tijd de uitstoot van ammoniak op hun bedrijf met gemiddeld 20 procent hebben weten te verminderen.
De afname van de uitstoot in de stallen is voornamelijk het resultaat van de aanpassing van het voer. Gemiddeld is het eiwitgehalte per kilo voer met 9 gram verlaagd. Elke gram verlaging betekent ruwweg 1 procent minder emissie, zowel in de stal als op het land.
Op het land is de uitstoot nog sterker verminderd. Dit komt ook doordat de boeren minder hebben bemest omdat Europese regels vanuit Brussel hierover zijn aangescherpt.
Eiwitgehalte in veevoer
Over het algemeen is het eiwitgehalte in veevoer hoger dan noodzakelijk. Boeren en voeradviseurs voeren liever te veel eiwit; het dient als een soort buffer mocht de kwaliteit van het geoogste voer een keer tegenvallen. Dan bevat het voer alsnog voldoende eiwit en blijven zowel de kwaliteit als de productie van de melk stabiel.
Er valt dus winst te halen door die buffer zo laag mogelijk te houden. Het doel is om naar ongeveer 150 gram eiwit per kilo droge stof in het voer te gaan. Nu zijn er grote verschillen tussen verschillende boerderijen; sommigen zitten al op 145 gram, maar anderen zitten boven de 170 gram.
Het eiwitgehalte kan omlaag gebracht worden door bijvoorbeeld gras met minder stikstof te bemesten. Of langer te wachten met maaien; jong gras bevat veel eiwit, ouder gras minder. Ook kun je meer mais in het voer opnemen; mais bevat relatief weinig eiwit.
Aanpassing van het voer levert bovendien een kostenbesparing op voor de boer, want het betekent dat hij minder kunstmest en krachtvoer gebruikt.
