Het nieuwe kabinet slaat een andere koers in wat betreft aanpak van de stikstofcrisis. In plaats van de focus te leggen op waar de stikstof neerslaat, wil het kabinet sturen op wie de stikstofoxiden en ammoniak uitstoot. Om dit te kunnen bepalen zijn extra metingen nodig. Maar experts reageren negatief op deze koers.
Het uitgangspunt van het nieuwe kabinet is meer meten, meer inzetten op innovatie en een grotere rol voor boeren bij natuurherstel. De "daadwerkelijke staat van het natuurgebied" moet centraal staan, zegt landbouwminister Femke Wiersma (BBB).
Maar uit het veld van experts klinken negatieve reacties op deze aanpak. Want is het niet veel belangrijker om in actie te komen, in plaats van nog meer te meten?
En wie gaan al die metingen doen? Op dit moment telt Nederland maar ongeveer 3300 ecologen, en dat aantal moet verdubbelen zegt de branchevereniging.
De kwaliteit van de natuur holt achteruit
"We gaan nu opnieuw meten terwijl de natuur steeds verder achteruitholt. Ik krijg de indruk dat we de problemen een beetje vooruitschuiven." zegt Eric Schouwenberg. Hij is ecoloog bij Arcadis, een adviesbureau over natuur en biodiversiteit. "Hoe meer je meet, hoe meer je weet. Maar we meten al heel veel in Nederland."
En het vooruitschuiven van het probleem is precies wat we niet moeten doen volgens Schouwenberg. Want naarmate de tijd verstrijkt, wordt het steeds moeilijker om de natuurkwaliteit te verbeteren.
Wat betekent dit voor vergunningverlening?
Ondertussen is de stikstofcrisis nog steeds niet opgelost, en kunnen sommige vergunningen, voor bijvoorbeeld wegen- of woningbouw niet worden verleend. Dat ziet ook minister Wiersma. "Stikstof is al 5,5 jaar een complex probleem. Ik heb geen pasklare oplossing. Dat er weinig ruimte is voor vergunningverlening hebben we niet binnen twee maanden opgelost."
Maar de nieuwe landbouwminister kan weinig haast maken, vreest stikstofprofessor Erisman. "Aangezien het plan niet scherp is en het budget weg is, ben ik bang dat dit tot uitstel leidt."